Cinema in Context

• Algemeen Handelsblad, 06-03-1898 (Amsterdam). Advertentie: Lorenz theater; Circus Carré Zondag 6 maart, 's avonds 8 uur, en volgende dagen. Voor de eerste maal in Amsterdam: nieuw! The American Bioscope - nieuw!
• Algemeen Handelsblad, 07-03-1898 (Amsterdam). Lorenz theater . 'dan komt ook de Amerikaansche Bioscoop, een verdoopte cinematograaf, die 16 levende beelden vertoont, maar wel wat de trillerigheid van de ouderdom heeft.'
• Asmodée, 10-03-1898 (Amsterdam). Carré: 'Bijzonder veel genoegen gaf De Amerikaansche Bioscope met 16 verschillenden werkelijk aardige tafereelen.'
• "Lorenz Theater", in: Nieuws van de Dag, 08-03-1898 (Amsterdam). "De Circus-Carré is van karakter verwisseld en herschapen in een specialiteiten-theater, onder directie van den Heer Lorenz. De openingsvoorstelling op jl. Zaterdagavond was erg druk bezocht, doch kenmerkte zich door eenigen tegenspoed en onrust. Verschillende nummers waren ten beste gegeven; Hollandsche en Engelsche meisjes hadden gezongen en gedanst, duikelaars hadden geduikeld, toen een zwartgerokte spreker op het tooneel kwam aankondigen, dat door een gebrek aan de electrische machine de voorstelling een korten tijd moest worden geschorst. Het orkest zou middelerwijl den aanwezigen afleiding bezorgen. Doch hoe dapper en onvermoeid de musici er op los bliezen en streken en trommelden, 't viel blijkbaar niet in den smaak: er werd luide getrappeld, geklopt, gefloten. Om aan dat getier een einde te maken, verscheen een Fransche chanteuse en danseresse ten tooneele, zij 't dan in het schemerdonker, en ten laatste werd de pas nieuw gestelde machine tot haar plicht gebracht. Nadat nog de bekende voetkunstenaar Unthan, geboren zonder armen, de kunstvaardigheid zijner voeten had vertoond, waarmede hij viool en trompet bespeelt, kaart speelt, schijf-schiet als de best-gearmde schutter, werd een groote cinematograaf te aanschouwen gegeven, waarbij werkelijk aardige voorstellingen voorkwamen, als schaatsenrijdende jongens, vliegende dragonders, enz. Doch diezelfde cinematograaf gaf weer aanleiding tot rumoer. Bij het laatste nummer, voorstellende het portret onzer jonge Koningin, eischte een eenigszins „aangeschoten" heer in de loge, dat zijn buurman het hoofd zou ontblooten, wat, doordat die voorstellingen in het donker worden gegeven, trouwens door niemand werd gedaan. De hoed werd afgeslagen, en klappen vielen tusschen die beide twistenden. De galerij-bezoekers daar vlak boven werden door dit voorbeeld aangewakkerd om ook te strijden, en daar was het dan ook zeer rumoerig en hadden suppoosten en ten slotte ook agenten van politie de handen vol om de strijdenden te scheiden en naar beneden en naar den uitgang te drijven. Gisteren, Zondagavond, terwijl de opkomst nog veel drukker was, ging alles veel behoorlijker zijn gang, smaakten de aanwezigen rustiger genot. De cinematograaf had weder veel bijval, en het portret van Zola, met het bijschrift van eenige door hem tijdens het belangwekkende proces uitgesproken volzinnen, wekte de geestdrift der menigte."